De bijzondere bewoners van de oude pastorie
Op deze pagina lees je meer over de bijzondere bewoners van de voormalige pastorie, die zorgden voor bijzondere nalatenschapen.
1857: een klooster in Reek
Pastoor Herman van der Zandt (van 1856 tot 1887) was de drijvende kracht achter de opzet om een klooster te stichten in Reek.
In 1857 kopen de Eerwaarde Zusters van Haren van Jan-Hendrik Boeracker het landhuis De Oudhof, gebouwd in 1828, (Heytmorgen 9) om er een klooster van te maken.
1918: onderwijs en armenzorg
Pastoor Suijs (van 1887 tot 1923) was de initiator voor “het R.K. Sint Joseph gesticht”. Hij wilde goede armen- en ouderenzorg in eigen dorp voor de Reekse bevolking en daarnaast ook goed onderwijs voor de jeugd. De orde van de Zusters Franciscanessen uit Veghel was bereid deze zorg op haar te nemen. In 1918 werd de eerste steen gelegd door de pastoor.
1925: nieuwe kerk en pastorie
Volgens Reekenaren, die hem gekend hebben, was de pastoor Xavier Smits (van 1923 tot 1937) vaak met zijn schop te vinden op de Schaijkse heide. Hij wist blijkbaar toen al dat daar archeologische schatten moesten liggen. Dat is met de grafheuvel op het Gaal en verderop de paalgraven en het Vorstengraf ook werkelijk gebleken.
Dankzij zijn ambitieuze instelling liet hij in 1925 een nieuwe, veel grotere kerk met pastorie bouwen, waarbij niet alles naar ieders wens verliep. Maar toch wederom een bijzondere nalatenschap.
Het derde klooster van Reek
Pastoor Smits had tijdens de nieuwbouwwerkzaamheden ook nog gewerkt aan een nieuwe bestemming voor de oude pastorie. De pastoor had de Broeders van Sint Jan Baptist de la Salle gevraagd het onderwijs in zijn parochie te verzorgen. Zij vestigden zich in 1927 in dit pand. De broeders gaven les op de jongensschool. Naast het onderwijs hielden de broeder zich ook bezig met jeugdwerk en cultuur. Broeder Willem richtte een orkestje op dat later uitgroeide tot de plaatselijk fanfare.
In 1950 zijn de broeders vertrokken. Pastoor Van Kemenade liet er geen traan om; hij was niet bijster enthousiast over de verrichtingen van de broeders.
Woning voor drie schoolhoofden
Na het vertrek van de broeders is het pand tot 1968 bewoond geweest door de families van drie schoolhoofden: Marinus Aarssen (1950-1955), Antoon Albers (1955-1965) en Piet Portegies (1965-1968).
Fraai gerestaureerd
Na het vertrek van schoolhoofd Piet Portegies ging het pand over in particuliere handen. De huidige bewoners hebben huis én tuin bijzonder fraai gerestaureerd.
In 2010 heeft mevrouw Albers nog een keer verrassend de voordeur geopend voor heel haar eigen kinderschare, die allemaal goede herinneringen hebben aan dit huis. Een bijzonder moment voor de voormalige bewoners, die hartelijk ontvangen werden door Anneke en Gerard Broess.