Stelling 's-Hertogenbosch-Heusden
In 1629 beëindigde prins Frederik Hendrik met zijn leger Staatsen de Spaanse overheersing van ’s-Hertogenbosch. Van de meest noordelijke stad van het Hertogdom Brabant werd ‘s-Hertogenbosch de meest zuidelijke van de piepjonge Republiek der Nederlanden. Het vestingstadje Heusden heeft nog een langere geschiedenis. Allebei deze vestingsteden zijn prachtig gerestaureerd en wonnen daarmee belangrijke prijzen. In het landschap vind je nog keerdijken en overblijfselen van schansen en forten.
’s-Hertogenbosch was een sterke vesting, omringd met moerassige gronden. Al in de zestiende eeuw experimenteerde ze met het manipuleren van sluizen en andere waterwerken om de vijand op afstand te houden. Het kostte Frederik Hendrik in 1629 heel wat moeite om de stad te veroveren. De vesting ’s-Hertogenbosch werd in het ontwerp van de Zuiderwaterlinie omstreeks 1700 een van de sterkste schakels. In de 19de eeuw werden versterkingen aangelegd, terwijl bestaande forten werden versterkt. Ook na de opheffing van de vesting ’s-Hertogenbosch in 1874 bleven die forten in gebruik.
Heusden gebruikte ook inundaties om de stad te verdedigen. Bij de inval van Franse troepen in 1672 kon de stad de aanvallers op afstand houden. Heusden werd net als ‘s-Hertogenbosch een sterke schakel in de Zuiderwaterlinie. Om de waterwerken te beschermen tegen vijandelijke aanvallen werden er forten en batterijen gebouwd. In de negentiende eeuw werden ze verder gemoderniseerd en uitgebreid, maar in 1884 werd de vesting opgeheven.
Lees verder in het ambitiedocument